Romantisch stoken in Kosovo

door | 17 januari, 2013

Een houtkachel romantisch? Zeker, totdat je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat afhankelijk bent van z’n warmte. Zoals ik. Deze hele winter is de houtkachel mijn beste vriend. En grootste vijand.

In Kosovo is een houtkachel net zo gewoon als houtkachelin Nederland een centrale verwarming, ook in de stad. Wanneer het windstil is kun je dat buiten ook merken, helaas.

Het ochtendritueel bestaat deze maanden uit de asla legen, in een dikke trui op een stoeltje gaan zitten bij de haard en een stapeltje maken van aanmaakblokjes, aanmaakhout en gewoon hout. Dat steek ik dan aan in de hoop dat de haard mij vandaag weer een beetje genadig is. Soms namelijk niet. Hout moet eigenlijk een paar jaar drogen, maar dat van mij ligt er een paar weken. En soms met een laagje sneeuw er op.

Met een beetje geluk is het hout na twintig minuten volledig vlam gaan vatten en duurt het nog wel een uur of twee tot het twintig graden is op mijn verdieping.

Elk half uur moet er een blok op, wanneer ik naar buiten gaat moet ik ‘m wat voller stoppen en geregeld moet ik naar buiten een nieuwe mand met hout halen. Of dat het ergste is? Nee, dat zijn de blaren op mijn handen. Die ontstaan wanneer ik blok A met een schroefdraai precies half op blok B werp. Even een centimeter uitschieten met m’n hand, en 180 graden tegen m’n knokkeltjes.

Zijn er Kosovaarse vrienden op bezoek, moet vriendinnetje N hard lachen. “Steek jij de haard aan?”, vraagt ze spottend. Ze woont in een dorp en daar is alles anders. “Haard aansteken is vrouwenwerk. Dat doet alleen mijn moeder.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.