Goh, al dagen geen problemen gehad in de badkamer, denk ik tijdens het douchen. Dat had ik natuurlijk niet hardop moeten denken, want zodra ik het douchegordijn opzij schuif blijkt mijn badkamer in Kosovo een zwembad.
Met nog natte handen bel ik Rem of hij alsjeblieft snel wil komen. Overbodig om te vragen, want hij had waarschijnlijk al rekening gehouden met een werkbezoek, daar hij al dagen niks van mij had gehoord.
En terwijl de loodgieter diezelfde avond – zonder koffie of thee – in mijn badkuip staat te pielen, verzamel ik alle moed om hem te confronteren. “Eh, Rem. Die schroevendraaier van vorige week. Heb jij die?”. Welke kleur, vraagt ie. “Eh, blauw.” Rem wijst naar zijn andere gereedschap; allemaal rood. “Naja, het is ook niet erg ofzo, helemaal niet, maar ja, hij is er niet meer en eh, naja, misschien als je hem tegenkomt dan breng je ‘m de volgende keer gewoon mee. Toch?”. Rem zegt dat hij hem echt niet heeft. Echt niet… Hmmm…
Hij is klaar met de klus en ik schat zo in dat vijf euro genoeg is. Eigenlijk heel veel, maar je moet zulke mensen te vriend houden. Straks nemen ze je andere gereedschap ook mee.
Baby
Terwijl Rem z’n spullen opruimt ziet ie opeens mijn pasgeboren kind slapen op de bank. “Owja, die had je nog niet gezien hè, kom even kijken”, zeg ik. Rem loopt enthousiast de huiskamer binnen, pakt een euro uit z’n zak en legt ‘m op de bank. “Voor de baby”, zegt hij plechtig.
Terwijl ik mijn vaste loodgieter uitzwaai, maak ik de balans op: ik ben mijn schroevendraaier voorgoed kwijt, maar heb een euro gekregen.
Ik weet nu al wat ik mijn kind voor z’n eerste verjaardag cadeau geef.
Owja, de schroevendraaier werd weken later door mijn vrouw gevonden op de kapstok.