Het is voorjaar 1999. De NAVO voert al wekenlang luchtaanvallen uit op Servië, om het leger te dwingen Kosovo te verlaten. Sterke geruchten over platgebrande huizen en etnische zuiveringen gaan de wereld over.
Het is de ochtend van 27 april in een dorpje in het westen van Kosovo. Serviërs gaan huizen langs om de Albanees-Kosovaarse bevolking te zeggen hun huizen te verlaten. ‘Jullie moeten naar Albanië toe’. Soms dreigen ze met platbranden van de woning.
Hele families pakken hun boeltje, waaronder het gezin van de jonge dertiger Djavèr. Met zijn vrouw, vijf kinderen, een baby en een kruiwagen vertrekt hij. Bij het dorpje Meja moeten ze in rijen gaan staan. Geruchten dat Servische politie “alleen maar de identiteitskaarten wilt zien” gaan de ronde. Na lang wachten zijn ze aan de beurt.
Meja massagraf: honderden vermoord op één dag
Dan grijpen twee Servische mannen Djavèr vast en willen hem ergens naar toe nemen. Zijn gezin staat er bij en kijkt er naar. Djavèr probeert om te kijken naar zijn drie dochtertjes, twee zoontjes, vrouw en baby. Dat gaat net.
Zijn gezin moet verder zonder hem. Dat is lastig, want ze hebben geen auto of tractor. Djavèrs vrouw gaat dus alleen verder naar Albanië, met zes jonge kinderen. Ach, ze zullen papa later wel weer zien.
Vandaag was het precies vijftien jaar na de grootste massamoord tijdens de Kosovo-oorlog, in het dorpje Meja (of Meje/Mejë) bij Gjakova (Servische spelling: Đakovica)
Voor Radio 1 maakte ik de volgende reportage:
Pingback: Oorlogsdoden Kosovo vandaag begraven - Kosovoblogs - Informatie
Heftig verhaal. Een land dat een deel van zijn eigen bevolking vermoordt of deporteert, verdient het niet om daar nog zeggenschap uit te oefenen.
Beste Derk Kosovaren zijn geen eigen bevolking met Servië in verre verste niet zie het als Duitsers deporteren de Nederlanders tijdens de 2e wereld oorlog we waren gewoon bezet dan niet 6 jaar zoals 2e wereld oorlog maar 87 jaar !!