Bewust of onbewust leeft elk mens met het idee dat de aanwezigheid van McDonald’s aangeeft of er in een bepaalde plaats beschaving heerst. Hoe ik dat bedoel: woon je in een stad zonder de bekende hamburgerketen, dan is dat toch wel een beetje opvallend.
Woon je in een land zonder McDonald’s, dan behoor je tot een kleine minderheid. Zoals Kosovo. En soms schaam ik mij daar een héél klein beetje voor.
Vanmiddag ging ik naar binnen in een van de talloze Qebaptores in mijn stad. Dit is niet lastig te vinden, daar je soms een paar van dit soort zaakjes binnen honderd meter hebt. Een qebaptore is eigenlijk gewoon een kebabtent, alleen dan Kosovaars (en net even anders).
Ik kom eens per maand in mijn stam-qebaptore. Je krijgt een vers gebakken rond broodje – alleen al daarom zou je naar zo’n toko toe gaan – en een bord met salade en vijf stukjes rundvlees. Brood, vlees en salade dus. Ideaal. Je stopt de stukjes vlees naar eigen inzicht in het broodje. Met wat salade natuurlijk.
Gebap op de grill
De combinatie is zo gruwelijk lekker en vult precies voor één lunch. De sympathieke eigenaar – of zijn broer, neef, vader… – geeft je er soms een glas water of een beker melk bij. Je kunt de man achter de balie het vlees op de grill zien klaarmaken.
Als je klaar bent met je overheerlijke broodje gebap reken je af met de beste man. Eén euro. Soms één euro dertig.
En dit, beste mensen, zou best wel eens de reden kunnen zijn waarom Kosovo geen McDonald’s heeft. Die hebben we helemaal niet nodig.
Welk een toeval dat vandaag de ontwikkelaar van kebab is overleden, en McD geen ketchup van Heinz afneemt omdat de nieuwe CEO van Heinz voormalig CEO van de Burgerking was. Hier doe je dus geen zaken mee
Naar een broodje Qebab in Kosovo voor dat geld heb je inderdaad geen McDonals nodig.
Heerlijk als ik eraan denk hier in Nederland.
Pingback: Gjakova | Kosovoblogs - Informatie en Blogs over Kosovo